De contacten die tijdens de oorlog van 1914-1918 ontstonden tussen ingenieurs- en artillerieofficieren van de École d'Application en hun wapenbroeders, reserveofficieren en universitair opgeleide ingenieurs, versterkten de wens van de eersten om hun status als ingenieur officieel erkend te krijgen.

Op initiatief van de generaals TOLLEN en VELUT en de toekomstige secretaris-generaal WIENER werd op 21 februari 1923 een eerste bijeenkomst gehouden. De vergadering werd bijgewoond door 40 deelnemers. Het jaar daarop steeg het aantal leden tot 460. De oprichting van de AIA kwam op het juiste moment om deel te nemen aan de oprichting van een federatie van alle Belgische ingenieursverenigingen, een poging die al enkele jaren werd ondernomen.

In 1921 sprak Z.M. Koning Albert de wens uit dat de inspanningen van de ingenieursverenigingen zouden worden gebundeld. Het Staatshoofd vroeg zich af of deze verenigingen wel de belangrijke rol in het industriële leven van het land vervulden die hen toekwam.

Op 29 april 1926 werd de Federatie van Belgische Ingenieursverenigingen (FABI) opgericht door: l'Association des Ingénieurs sortis de l'Université Libre de Bruxelles; l'Association des Ingénieurs sortis de l'Université de Gand; l'Association des Ingénieurs diplômés par l'Université de Liège; l'Union des Ingénieurs civils sortis de l'Université Catholique de Louvain; l'Association des Ingénieurs de la Faculté Polytechnique de Mons; l'Association des Ingénieurs Électriciens sortant de l'Institut Électrotechnique Montefiore; l'Association des Ingénieurs issus de l'École d'Application de l'Artillerie et du Génie.

De Secretaris-Generaal van de AIA, Majoor WIENER, speelde hierin een actieve rol. Het was ook grotendeels aan zijn vasthoudendheid en moed te danken dat FABI er in 1993 in slaagde om de wet van 11 september 1933 betreffende de bescherming van hogeronderwijsdiploma's goedgekeurd en afgekondigd te krijgen.

Artikel 1 van deze wet, gewijzigd door de wet van 9 april 1965, stelt:

"De titel van burgerlijk ingenieur mag ook worden gevoerd door hen die hun studies aan de École d'Application de l'Artillerie et du Génie de l'École Royale Militaire (polytechnische afdeling) met succes hebben afgerond."

De strijd van de AIA ging nog lang daarna door, nog steeds met de effectieve hulp van de FABI, om de waarde van studies aan de Koninklijke Militaire School erkend te krijgen door de toekenning van een academische graad.

De wet van 11 september 1933 betreffende de bescherming van diploma's van het hoger onderwijs werd gewijzigd door de wet van 2 oktober 1992 en sindsdien krijgen ingenieurs die afstuderen aan de Polytechnische Faculteit van de Koninklijke Militaire School de academische graad van Polytechnisch Burgerlijk Ingenieur.